Redactioneel

Waarde lezer,

Sinds 1972 heeft u kunnen genieten en gruwelen van Splijtstof-uitwerpselen. Soms lange, soms korte maar immer Splijtende stof heeft u goedkeurend knikkend, zeurend zuchtend, gehaast, grinnikend en soms verbaasd onder ogen gehad. Begonnen als ‘maandblad van de filosofenbond’ heeft Splijtstof verschillende transities doorgemaakt. Nieuwe redactieleden, nieuwe plannen, nieuwe voorkeuren, nieuwe ideeën. Wat maakt Splijtstof eigenlijk nog Splijtstof? Ook op de redactie komt dit onderwerp wel eens ter sprake. Het is u misschien opgevallen dat de omslag van deze Splijtstof anders is dan anders. Het plotseling onderaan plaatsen van het logo werd niet door iedereen gewaardeerd (lees: door ondergetekende), maar het argument ‘zo is het altijd geweest’ bleek door voor- en tegenstanders gebruikt te kunnen worden.

Splijtstof 28-1/2

Nu moet u weten dat de vormgeving van de Splijtstofuitgave die u nu in handen heeft een hommage is aan een oudere uitgave uit het jaar 1999; jaargang 28, nummer één en twee tezamen. Bij elkaar vormden nummer één en twee een prachtig dik en communistisch-rood bundeltje. Zie onderstaande illustratie: stammend uit een tijd waarin Splijtstof nog voor twee gulden vijftig verkrijgbaar was en kopij op diskette kon worden aangeleverd. Aangezien Splijtstof in vol kleurornaat voorlopig nog toekomstmuziek is, moet u het rood er zelf even bij fantaseren. Een frisse duik in het archief brengt al snel meer oude uitgaven boven water. Wat blijkt? Het Splijtstoflogo heeft vele reizen gemaakt langs alle uithoeken van een continu van formaat veranderende oppervlakte die wij nu de Splijtstofomslag noemen. De ‘continuïteit’ die ondergetekende graag wilde bewaren blijkt een illusie. In Het gerenoveerde schip van Theseus lijkt ten minste nog op het origineel. De Splijtstofuitgave in uw hand daarentegen lijkt in de verste verte niet op die eerste uitgave uit 1972.

Splijtstof is altijd een bonte bundel van percepties geweest. Op de vraag: ‘hoe ziet de Splijtstof eruit’, is dan ook geen eenduidig antwoord. Moeten we continuïteit dan maar helemaal loslaten? De introductie op de uitgave uit 1999 begint als volgt: ‘’Als de deuren en ramen weer gesloten worden en de geluiden van het leven van alledag de straten verlaten, dan is het weer winter geworden.’’ Ah, continuïteit at last. Dat het elk jaar weer winter wordt, dat is toch iets waar we vanuit mogen gaan? Helaas, het IPCC laat zien dat wij tipping point na tipping point voorbijstevenen en dat hoe de wereld er de komende eeuwen uit gaat zien steeds meer een vraag wordt die aan alle wetenschappelijke modellen voorbijgaat. Kerst op het strand bij Nijmegen aan Zee?

Terugkomend op Splijtstof zou ik willen stellen dat we maar wat blij mogen zijn dat deze uitgave niet erg lijkt op de eerste uitgave uit 1972. Splijtstof gaat mee met de tijd. Vandaar dat u in deze uitgave onder andere een interview met onze huidige decaan kunt lezen; een opiniestuk over de wereld als thermodynamisch systeem en hoe wij in onze tijd het concept ‘wereld’ formuleren; recensies van recentelijk gepubliceerde boeken, en nog veel meer hippe stukken. Driewerf hoera voor de discontinuïteit!

Wat u bijblijft van al het voorgaande is hopelijk vooral het volgende: Splijtstof bestaat bijna vijftig jaar! Wat er ook verandert, mijlpalen moeten gevierd worden. In aanloop naar het vijftigjarige jubileum, bij deze de oproep: mocht u betrokken willen zijn bij de festiviteiten of ideeën hebben om de jubileumuitgave nog anders dan anders te maken? Schroom dan niet om contact met de redactie op te nemen.

Voor nu, veel leesplezier en Splijtstoffige saluut.

Gaia