Recensie – Nomizo (bordspel)

Wanneer mensen mij vragen wat ik studeer en ik antwoord met “filosofie”, zie ik vaak hun gezichten vertrekken. Vaker wel dan niet volgt de (inmiddels tot cliché verheven) vraag: “Maar, wat kun je daar dan mee?” Als deze vraag uit blijft, dan is het wel een tante die een wrange vorm van interesse veinst en reageert met: “Oh, wat leuk! Ik vind psychologie ook errrgg interessant.”

“Het valt niet mee om filosofiestudent te zijn.”

De doos van Nomizo

In het studentenhuis waar ik woon, leeft eenzelfde vorm van onbegrip. Ondanks de gemoedelijkheid, merk ik dat de inhoud van mijn studie wordt vermeden. Wanneer ik thuiskom na een dag college en ze vragen wat ik heb gedaan, zullen ze niet vragen waar mijn les over ging. Of als een discussie zich aandient over ‘de grotere onderwerpen’, dan blijft het legitieme argument beperkt tot het juridisch of het technologisch inzicht. “Moet een vertaler vrezen voor Google Translate?” is een gestreden strijd: “Natuurlijk moet die vrezen voor Google Translate e.d., woorden zijn immers één op één vertaalbaar”. Het kost me moeite om mij er niet mee te bemoeien, en vaak lukt dat ook niet, maar de hoop dat ik een wijsgerige toevoeging kan inbrengen in de discussie is inmiddels behoorlijk doodgebloed. En in het geval dat ik mijzelf toch niet kon inhouden inzichten te spuwen, weten mijn huisgenoten mij vlug monddood te maken: “Willem maakt weer eens een vreemde vergelijking hoor.” Het valt niet mee om filosofiestudent te zijn.

Het is niet, zoals veel mensen zullen veronderstellen, dat ik vervreemd van mijn omgeving ben geworden doordat ik filosofie ben gaan studeren. Het is eerder dat mijn omgeving anders op mij reageert nu zij weten dat ik filosofie studeer. Ze vermijden het onderwerp volledig, om dezelfde redenen waarom de meeste mensen filosofie vermijden: het is vaag, raar, vreemd, moeilijk, enz. Mijn vriendin vroeg mij waar ik m’n scriptie over wil schrijven, maar haakte al na twee zinnen af (“Hoe heette die man ook alweer? Da Rida, of zoiets?”.

“Filosofie maakt zijn reputatie waar, maar dat hoeft niet zo te zijn.”

En dat vind ik zonde. Filosofie maakt zijn reputatie waar, maar dat hoeft niet zo te zijn. Ik wil ze met heel veel plezier uitleggen wat ik weet van filosofie, maar als niemand er over begint zou het vermoeiend zijn om het onderwerp telkens ter sprake te brengen. Filosofie kan voldoening geven, maar er is niemand die voor het eerst in aanraking komt met filosofie door zich op een druilerige vrijdagmiddag te wagen aan Phänomenologie des Geistes. Toen besefte ik: “Als de berg niet naar Mohammed komt, dan komt Mohammed maar naar de berg toe.”

Nomizo bleek voor mijn situatie een godsgeschenk te zijn. Tijdens een spelletje Nomizo (‘ik denk’ in het Oudgrieks) discussiëren spelers over wijsgerige vragen rondom zeven thema’s (Bijv. Leven en dood, Liefde en vriendschap, enz.). Twee spelers worden aangewezen om mee te doen met de speelronde en krijgen een positie aangewezen (voor/tegen) door middel van een draaischijf. Ondanks hun persoonlijke opvattingen worden zij gedwongen na te denken over invalshoeken die niet stroken met hun eigen wereldbeeld. Nadat beide spelers hun argumentatie uiteen hebben kunnen zetten en enkele keren hebben kunnen reageren op de positie van de ander, wordt de speler met de meest overtuigende argumentatie gekozen. Deze wint een fiche die bij het thema hoort. De eerste die een rij op zijn spelbordje (vergelijkbaar met een bingokaart) vol heeft, wint.

Ik besloot om mijn huisgenoten in de val te lokken. Ik stuurde in onze WhatsApp groep:

[15:57] hallo roomies, ik heb een vraagje
[15:58] ik wil een artikel/reportage schrijven voor Splijtstof (tijdschrift van de faculteit filosofie) over dat we een avondje Nomizo spelen
[15:59] Nomizo is een filosofisch spel waar je in discussie gaat over bepaalde wijsgerige thema’s zoals ‘is er een universele waarheid?’ of ‘is vlees eten barbaars’ etc
[15:59] willen jullie hierbij helpen door een avondje dit te spelen?

Alsof het mij enkel voor dit artikel te doen was! Ik wilde mijn huisgenoten laten zwemmen in semantische discussies, verdrinken in etymologie, laten creperen in argumenten! Niemand zal ontkomen aan de aporie der filosofie! En, mijn licht ontvlambare huisgenoten kennende, beloofde dit een heel interessante avond te worden: óf de hel zou losbarsten tijdens een verhitte discussie of je wel of niet kunt weten hoe dronken je bent, óf het dialectische denken zou zijn weg vinden in dit huishouden en zou de avond laten eindigen met een hoop onbevredigende gemeenplaatsen. Ik weet niet zo goed welke uitkomst mijn voorkeur zou hebben.

In de aanloop naar de avond in kwestie merkte ik een vreemde spanning onder mijn huisgenoten, een spanning die mij nog niet eerder is opgevallen. Ondanks dat ze het leuk vonden om mij te helpen met het artikel, benaderden ze het ‘evenement’ voorzichtig: als iets officieels, een soort sacrament. Was dit angst? Een vrees om voortaan dezelfde, in hun ogen ‘rare’, vergelijkingen te maken? Of wellicht nog pijnlijker: om in te zien dat zij al die tijd deze vergelijkingen onterecht hadden gediskwalificeerd?

“Na het voorlezen van de eerste stelling veranderde deze voorzichtigheid in nervositeit.”

Na het voorlezen van de eerste stelling veranderde deze voorzichtigheid in nervositeit: ‘Moet er een leeftijdsgrens zijn voor seksuele relaties?’ leidde tot een hoop gegiechel. Natuurlijk is deze reactie begrijpelijk, gezien de controversiële aard van de vraag. Het innemen van een positie bleek dan ook lastig: mijn huisgenoten waren steeds op zoek naar het ‘juiste antwoord’ en gaven dan ook snel toe wanneer de ander met redelijke repliek kwam. Om die reden heb ik voor de gelegenheid de rol als spelleider op me genomen (wat overigens geen noodzakelijke rol is om Nomizo te spelen), om telkens vervelende vragen te stellen wanneer de discussie de ene of de andere kant op dreigde te gaan. Dat werkte goed. Toen de ene huisgenoot (die de positie innam het niet eens te zijn met de stelling) zich geen raad meer wist met de argumenten van de ander, was het belangrijk om de ander zijn voorbeelden en argumenten toe te passen in voorbeelden waarin die niet op gaan:

[Speler die voor een leeftijdsgrens was]: “In de documentaire van Lize Korpershoek over seksualiteit kwam uit dat zij volgens een seksuoloog veel te vroeg is begonnen met seks en er nu niet meer van kan genieten. Toen dacht ze dat ze het wilde, maar achteraf is de kans groter dat ze misschien toch niet wilde. Daarom is het goed dat er een leeftijdsgrens moet zijn: dan voorkomen we dat mensen op een te jonge leeftijd seks hebben en daar later vast van krijgen, zoals Liza. Er is logischerwijs ook een reden waarom we een leeftijdsgrens voor enge films en grof taalgebruik gebruiken. Daar zou seks ook onder moeten vallen. Het heeft gewoon een grote invloed op mensen, waar we beter even mee kunnen wachten. Er is een reden waarom we besloten hebben dat we met bepaalde dingen wachten totdat we mensen eraan bloot mogen stellen.”

[Spelleider]: “Maar er hoeft niet per se een correlatie te zijn tussen het vroeg beginnen aan seks en later last te ondervinden aan je seksualiteit, toch?”

[Speler voor]: “Nee, maar als zo’n seksuoloog dat zegt dan zal dat niet uit de lucht gegrepen zijn toch? Dat is wel iemand met verstand van zaken.

[Spelleider]: “Dus op basis van de autoriteit van een seksuoloog, iemand die seks als wetenschappelijk object heeft, moeten we een grens trekken?”

[Speler voor]: “Ja.”

[Spelleider]: “Maar zojuist haal je ook het juridische aspect erbij, zoals de kijkwijzer e.d. Waar zijn die dan op gebaseerd?”

[Speler voor]: “Nou ja, op basis van dat wij vinden dat we kinderen, pedagogisch gezien, niet moeten blootstellen aan seks.”

[Spelleider]: “Waarom?”

[Speler voor]: “Omdat kinderen op die leeftijd niet kunnen bevatten wat het is. Stel dat die kinderen op die leeftijd vreemde seksuele experimenten gaan uitvoeren in de klas? Kinderen snappen simpelweg nog niets van seks, net zoals ze niets van economie of wiskunde snappen.”

[Spelleider]: “Maar snappen wij dat wel dan? Want wat je net zegt is ‘een seksuoloog heeft verstand van seks, en die adviseert het om geen seks op jonge leeftijd te hebben.’ Maar zojuist zeg je: ‘kinderen hebben niet voldoende verstand van seks om te kunnen zeggen: ik heb voldoende verstand van seks nu.’ De vraag is dan: heb jij, als volwassene, nu wel de juiste kennis om te mogen zeggen dat je zelf seks mag hebben? Want jij hebt immers niet dezelfde autoriteit op basis van kennis als de seksuoloog en je hebt geen weet van wat seks werkelijk is, zoals de seksuoloog dat wel weet. Hoe kun je dan weten wat seks is zonder het zelf te hebben gehad en hoe kun je bepalen of je seks mag hebben? En waar trek je dan de grens?”

“Terwijl ik mijn geluidsopname terugluister herken ik een soort Socrates in mij.”

Terwijl ik mijn geluidsopname terugluister herken ik een soort Socrates in mij: woorden in de mond leggen, schaamteloze drogredeneringen, enz. Was ik mijn huisgenoot intellectueel aan het pesten, of was dit wat ze ‘filosoferen’ noemen? En wat is het verschil tussen die twee eigenlijk? Dat gezegd hebbende: deze interventie bracht de discussie wel weer op gang, en zo bleek mijn rol al spelleider dus ook nuttig.

Dankzij Nomizo heb ik iets prachtigs teweeg weten te brengen: ik heb mijn huisgenoten aan het filosoferen gekregen. Naarmate de avond verliep begonnen zij, uit eigen initiatief, niet alleen de aannames van de ander in twijfel te trekken, maar ook die van zichzelf. De kers op de taart kwam ongeveer een week later toen ik in de wandelgangen een praatje maakte met een huisgenoot, ik vertelde dat ik nu even ‘vrij’ had en zij zich afvroeg: ‘Maar wat is dat eigenlijk? Vrij zijn?’


Nomizo is ontwikkeld door Marlies Visser en Manon Duintjer. Het is verkrijgbaar via meerdere webwinkels, maar ook via hun website http://www.nomizo.nl/ en kost €29,99. Door de coronamaatregelen worden ook online Nomizo spelletjes georganiseerd. Je kunt je aanmelden op: http://www.nomizo.nl/online-nomizo-spelen/