In den vreemde – Een Nietzscheaanse stedentrip door Duitsland
Friedrich Nietzsche bezocht gedurende zijn leven vele plaatsen in Europa, op zoek naar een geschikter klimaat voor zijn lichamelijke klachten. In veel van die plaatsen zijn er nog sporen van Nietzsche te vinden. Daarom dacht ik erover na om die steden te bezoeken in de vorm van een stedentrip. Ik bestudeerde alle steden die Nietzsche bezocht en ging na welke locaties een bezoek waard waren. Ik kwam tot de conclusie dat ik de steden het best kon verdelen in twee stedentrips. Hier zal de stedentrip door Duitsland aan bod komen, waarin drie steden centraal staan: Röcken, Naumburg en Weimar. Basel, Bonn, Jena en Leipzig komen dus niet aan bod, omdat er in die steden nog maar weinig persoonlijks van Nietzsches leven terug te vinden is. De stedentrip nam in totaal vier dagen in beslag, inclusief verscheidene bezoeken aan Goethe en Schiller-gerelateerde plaatsen. De locaties in Italië en Zwitserland zal ik warm houden voor een volgende stedentrip.
Röcken (1844 – april 1850)
We beginnen bij het begin en het eind. Op 15 oktober 1844 wordt Friedrich Wilhelm Nietzsche geboren in het kleine plaatsje Röcken, dat tegenwoordig onderdeel is van de gemeente Lützen. We bevinden ons nog net in de deelstaat Saksen-Anhalt. Na zes uur rijden over de Duitse snelweg bereiken we eindelijk Röcken en op een spoor van Nietzsche hoeven we niet lang te wachten. Het bord met de opdruk “Röcken. Geburtsort und letzte Ruhestätte von Friedrich Nietzsche”springt meteen in het oog. In Röcken vinden we de Nietzsche Gedenkstätte. In de verte zie ik een geheel witte Nietzsche staan. In 2000 werd dit kunstwerk van Klaus F. Messerschmidt hier geplaatst. Het bestaat uit drie Friedrichs. De middelste is gebaseerd op de bekende foto uit 1892 van Nietzsche en zijn moeder: ze houdt zich vast aan Nietzsches arm. Franziska Nietzsche (die Nietzsche vanaf zijn geestelijke ineenstorting tot haar dood in 1897 verzorgde) lijkt naar iemand linksachter de fotocamera te kijken. Nietzsche kijkt naar haar. De bronzen beelden, die met een witte laag zijn bedekt, staan voor het graf – niet het daadwerkelijke graf – van Nietzsche. De andere twee Nietzsches zijn naakt, op een hoed na. Dit is een uitbeelding van een visioen dat Nietzsche op 6 januari 1889 – vlak na zijn geestelijke ineenstorting – beschrijft in een brief aan Jacob Burckhardt: “In deze herfst was ik, zo dun gekleed als mogelijk, tweemaal bij mijn begrafenis aanwezig.”
Een paar meter verderop staat het oude kerkje van Röcken. Daar traden Nietzsches ouders op 10 oktober 1843 in het huwelijk. Bovendien werd Nietzsche hier op 24 oktober 1844 gedoopt door zijn vader Carl Ludwig Nietzsche, die de plaatselijke dominee was van het kerkje. Tegen de kerk aan vinden we het graf van Nietzsche. Hij ligt helemaal links, daarnaast ligt zijn zus Elisabeth Förster-Nietzsche en daarnaast bevinden zich de graven van Franziska Nietzsche, Carl Ludwig Nietzsche en Ludwig Joseph Nietzsche, die nog geen twee jaar oud werd. De naam Ludwig Joseph Nietzsche is vrijwel niet meer te lezen. Het weer past goed bij de setting: de regen valt met bakken uit de hemel. De regendruppels vormen gezamenlijk een dun laagje water over de tekst:
Friedrich Nietzsche
15 October 1844
25 August 1900
Een dwergcipres bedekt een hoek van het graf. Witte kwikstaartjes en zwarte roodstaartjes kijken toe. Kraaien krassen. Er ligt een verwelkte witte roos op de rode zware grafsteen die zijn graf afsluit. Nietzsche stierf niet in Röcken, maar in Weimar en werd vervolgens begraven in Röcken.
Na een aantal telefoontjes vooraf was het mogelijk het kerkje van binnen te bezichtigen en een tentoonstelling van Nietzsche te bekijken. De Gedenkstätte is op enkele momenten doordeweeks geopend, maar in verband met onze planning was het ook mogelijk op een ander tijdstip langs te komen. We worden ontzettend vriendelijk ontvangen met een kopje koffie en bekijken als eerste de tentoonstelling. De tentoonstelling bevindt zich in de garage van het geboortehuis van Nietzsche, dat zich naast het kerkje bevindt. De tentoonstelling bevat informatie over het leven van Nietzsche en zijn familie. Vervolgens bezoeken we het kerkje. We lopen langs een klein gebouw: de Heimatstube. Daar volgde de kleine Fritz in zijn eerste jaren onderwijs. Als we het kerkje binnenlopen valt ons als eerste op dat het erg klein is. Enkele wit-rode bankjes staan gericht naar een klein altaartje waar Nietzsches vader heeft gestaan en gesproken. Een vrijwilliger van de Gedenkstätte vertelt ons leuke anekdotes, onder andere over hoe bang de kleine vierjarige Friedrich was voor het stenen standbeeld aan de muur linksachter. Het was een van de ridders van Kratzsch. Wanneer de zon op de ogen van het standbeeld scheen, die gemaakt waren van Robijn, flitsten en gloeiden de ogen.
Juist het kleine formaat van het kerkje laat een bijzonder intiem gevoel achter. Na nog een laatste blik op het graf van Nietzsche geworpen te hebben, bedanken we voor de bijzondere ervaring en zetten de reis voort naar Naumburg, een halfuur rijden verderop.
Naumburg (april 1850 – oktober 1858, 13 mei 1890 – juli 1897)
Na de vroegtijdige dood van Carl Ludwig Nietzsche (in 1849) moesten de overgebleven familieleden vertrekken uit de pastorie om plaats te maken voor zijn opvolger. Nietzsche verhuist met zijn moeder, zus en grootmoeder Erdmuthe naar Naumburg, zo’n zevenentwintig kilometer verderop.
Uiteindelijk verhuist de familie Nietzsche in 1858 naar de bovenverdieping van een huis met het huidige adres: Weingarten 18, Naumburg. In 1878 zal Franziska Nietzsche het gehele huis kopen. Hier bevindt zich sinds 1991 het Nietzsche Haus. Het staat in het centrum en kleurt vandaag de dag prachtig mintgroen. We zijn zoals gewoonlijk veel te vroeg op de locatie, dus we kunnen het huis van buitenaf uitgebreid bewonderen. Vrijwel meteen valt de prachtig met klimop bedekte veranda op. Het is de veranda waar Nietzsche regelmatig zat gedurende de periode dat zijn moeder voor hem zorgde. Nietzsche woonde hier van 1890 tot de dood van zijn moeder op 20 april 1897. Hij werd hier na zijn geestelijke ineenstorting door haar verzorgd. In 1893 liet Franziska Nietzsche de veranda voor hem verruimen. Zo kon hij enigszins afgelegen – Nietzsche schreeuwde in deze periode erg veel – genieten van zijn rust. Op deze veranda kon men hem dan ook regelmatig zien zitten. Dit is onder andere vastgelegd in het beroemde schilderij van de Berlijnse schilder Curt Stoeving (1863-1939), dat Elisabeth liet maken als onderdeel van haar Nietzsche-expositie. Een aantal jaar geleden was de veranda nog geheel kaal, maar tegenwoordig is de klimop weer volop aanwezig. Daardoor krijg je meteen de indruk dat je er Nietzsche zou kunnen treffen.
In dit huis begon Elisabeth Nietzsche in februari 1894 het Nietzsche Archiv. De archiefkamer bevond zich in de eerste kamer, aan de linkerzijde bij entree. Het gehele huishouden leefde op dit moment van het Baselse pensioen van hun patiënt en Elisabeth zag in dat dit niet eeuwig kon duren. Er moest een andere bron van inkomsten komen. Niet veel later zou Elisabeth het Nietzsche Archiv verhuizen naar Weimar. Het Nietzsche Haus is tegenwoordig meerdere dagen per week geopend voor geïnteresseerden en het is het bezoeken absoluut waard. Dit jaar vindt er ook een bijzondere expositie plaats: Nietzsche in de DDR. Aan de hand van vele citaten van Nietzsche en anderen wordt een beeld geschetst over hoe Nietzsche in de DDR werd ontvangen.
Zoals de jaartallen bij de tussenkop al aangeven, verhuisde Nietzsche in 1858 niet mee naar het (huidige) Nietzsche Haus. Nietzsche deed op 5 oktober 1858 zijn intrede in het koninklijk landinstituut Schulpforta. Hier zou hij zijn studie voortzetten tot zijn vertrek op 7 september 1864. Nietzsche viel op door zijn opmerkelijk hoge cijfers. Zo stond hij voor alle hoofdvakken een 9. Daarnaast deed hij in deze periode zijn eerste grote kennis en belezenheid op in de Griekse en Romeinse literatuur.
Het is zo’n tien minuten rijden van Naumburg naar Schulpforta en het instituut is open voor bezoekers. Er is niet erg veel meer van Nietzsche terug te vinden. Enkel een klein opschrift aan de zijkant van één van de gebouwen, waar we even naar hebben moeten zoeken. In de giftshop is er ook Nietzsche-port te koop, die we uiteraard ook gekocht hebben. Maar een bezoek aan Schulpforta voegt zeker iets toe aan de Nietzsche-ervaring. Na het lezen van verschillende tekstjes die hij hier schreef, heb je een beter idee met welk gevoel Nietzsche over het landgoed liep en wat zijn dagelijkse activiteiten zoal inhielden. Een andere bekende scholier hier was Johan Gottlieb Fichte. Hij studeerde aan Schulpforta tussen 1774 en 1780.
Verder bevinden zich in Naumburg het Domgymnasium, dat Nietzsche van oktober 1854 tot eind september 1858 bezocht, en het voormalig woonhuis van Lepsius. Bovendien staat hier het Nietzsche gedenkmal: een standbeeld waar we Nietzsche gebogen op een stoel zien zitten en een meisje hem bewonderend aankijkt.
Weimar (Juli 1897 – 25 Augustus 1900)
De laatste plaats van de stedentrip is de stad Weimar, gelegen in de deelstaat Thüringen. De rit van Naumburg naar Weimar duurt een klein uurtje. Elisabeth verhuisde het Nietzsche Archiv in 1897 naar de villa Silberblick, in de stad van de grote Goethe en Schiller. Bij het Nietzsche Archiv hebben we het geluk om persoonlijk rondgeleid te worden door filosoof Prof. dr. Helmut Heit, director van de Kolleg Friedrich Nietzsche van de Klassik Stiftung Weimar en tevens professor aan de Technische Universiteit in Berlijn, die toevallig aanwezig was. Hij vertelt ons dat er twee redenen zijn voor mensen om het Nietzsche Archiv te bezoeken: vanwege Nietzsche of vanwege ontwerper en architect Henry van de Velde (1863-1957). Na Nietzsches dood huurde Elisabeth hem in om het Nietzsche Archiv om te toveren in een prachtig gebouw. Dat is hem absoluut gelukt.
Wij zijn hier uiteraard enkel vanwege Nietzsche. We beginnen de rondleiding buiten. Iedereen – in totaal zeven man, inclusief Professor Heit – bewondert de prachtige villa. Het valt op dat de grote voordeur geen sleutelgat bevat. Professor Heit vertelt ons dat Elisabeth niet samen met de gasten van buitenaf naar binnen wilde gaan. Ze zou zelf via een andere ingang naar binnen gaan en dan van binnenuit het Nietzsche Archiv voor haar bezoekers openen. Zij zou in het middelpunt van het Nietzsche Archiv staan. Hier ontving Elisabeth in 1934 Adolf Hitler, een moment dat op een beroemde foto werd vastgelegd.
Ondanks dat het interieur weinig met Nietzsche te maken heeft – Nietzsche was immers dood – is het bewonderenswaardig mooi. Alle details vervullen een functie. De kapstokken, de parapluhouders, de patronen op de muur: alles klopt. Het Nietzsche Archiv bevat allerlei bijzondere memorabilia: Nietzsches exotische typemachine, Nietzsches medicijnflesjes en Nietzsches eigen Barttasse: een koffiekop met een soort ‘snorrenhouder’ zodat zijn snor bij het drinken niet vies zou worden. Iedere ruimte heeft zijn charme. De grootste kamer is veruit het meest bijzonder, want dat is waar Elisabeth de geschriften van Nietzsche bewaarde, samenstelde en vervalste. Rechts in de kamer bevindt zich een prachtige kast die dient als tentoonstelling van Nietzsches eigenhandige geschriften en waarvan alleen Elisabeth de sleutel had. Foto’s en beelden van Nietzsche vullen de ruimte. De boekenkasten staan vol met Nietzsches boeken van Goethe, Schiller en Dante. Er bevindt zich ook een piano, die naadloos past bij het interieur. Helemaal links in de ruimte bevindt zich de beroemde Nietzsche-buste die werd gemaakt door Max Klinger. Nietzsche overziet met zijn serieuze en norse blik de gehele ruimte. Volgens Professor Heit was dit ook de bedoeling van Elisabeth. Het moest een beeld (nadrukkelijk geen foto) van Nietzsche zijn dat uitkeek over de gehele ruimte. Zo wekt het de indruk dat Nietzsche iets goddelijks draagt, net zoals in een tempel. Alsof we hem zouden moeten aanbidden.
De bovenverdieping, waar Nietzsche uiteindelijk stierf, is helaas niet toegankelijk voor bezoekers. Maar volgens professor Heit missen we niet veel. Alle originele meubels zijn er inmiddels niet meer en de kamers zijn geheel veranderd. Het sterbezimmer is niet meer wat het ooit was. Met een hoop ansichtkaarten, een Nietzsche magneet en een Nietzsche buste bedanken we voor de zeer interessante rondleiding en verlaten we het Nietzsche Archiv.
Naast het Nietzsche Archiv bevat Weimar ook vele andere plaatsen die zeker een bezoek waard zijn. Zo kun je het prachtige woonhuis van Goethe bezoeken en tevens zijn Gartenhaus. Ook het woonhuis van Schiller, het Fürstengruft waar we de doodskisten van onder andere Goethe en Schiller kunnen bezichtigen en het Goethe Schiller Gedenkmal zijn ontzettend interessant om te bezoeken.
Tot slot
Gedurende deze stedentrip viel me steeds op hoe rustig het was. Bij vrijwel ieder bezoek waren we de enige of een van de weinige aanwezigen. Dat vond ik best vreemd, aangezien Nietzsche zo’n forse afdruk heeft achtergelaten op de geschiedenis van de Westerse filosofie. De bestaansreden van deze Nietzscheaanse “In den vreemde” is dan ook om anderen aan te sporen deze stedentrip zelf te maken. Ik heb een poging gedaan een duidelijke beschrijving te geven hoe ieder ander deze plaatsen kan bezoeken en wat men daarbij kan verwachten.
Ik nodig iedereen uit zelf kennis te maken met de fysieke omgeving waarin Friedrich Nietzsche heeft geleefd. Ik ben ontzettend dankbaar voor alle vriendelijke vrijwilligers en medewerkers die mij hebben geholpen met deze bijzondere ervaring.